|
‘En wat leest jouw mama?’ Saskia neemt een boek van de stapel. ‘Verliefd op de kapitein. Of deze: Waarom beter geen hond.’ Ze toont Tuur het boek. Op de voorkant staat een rode cirkel met een dwarse streep door, midden in de cirkel staat een hond met een muil vol scherpe tanden.
‘Oh.’ Het is alles wat Tuur weet te zeggen. Daar haalt mama al haar domme ideeën uit.
‘Weet je zeker dat ze het goedvindt als ik je hond ga kopen?’ Saskia slaat het boek open.
Ze leest een stukje hardop. ‘“Als hij klein is, jankt hij. Als hij ouder is, blaft hij. Als hij stokoud is, gromt hij. En tussendoor kwijlt hij.” Bijna een gedicht’, grinnikt ze.
‘Staat dat er echt?’ vraagt Tuur ongelovig.
‘Alsof ik wat zou verzinnen’, lacht Saskia. |